NRC | 30.06.2017
Het superrijke Europa moet zichzelf geen slachtofferrol aanmeten in de vluchtelingencrisis, maar gezamenlijk handelen.
Tweeduizend mensen zijn in de eerste helft van dit jaar al verdronken in de Middellandse Zee tijdens een poging Europa te bereiken vanuit Noord-Afrika. Tweeduizend mensen zijn verdronken, in zes maanden. Vorig jaar kwamen er in totaal 4.400 mensen om het leven bij die oversteek. Mensen die niet zoals Alan Kurdi, de kleine jongen dood aangespoeld op dat Turkse strand in 2015, een naam en een gezicht hebben gekregen. Maar ook zij waren mensen, ieder met hoop op een beter of veiliger leven.
De VN-vluchtelingenorganisatie (UNHCR) heeft becijferd dat er tot 25 juni dit jaar ruim 92.000 vluchtelingen zijn aangekomen in de Europese Unie. Verreweg het grootste aantal, ruim 80.000, kwam terecht in Italië. Waarbij de aantallen de afgelopen week plotseling ook nog eens snel opliepen. Het is daarom begrijpelijk dat de Italiaanse regering deze week de aandacht daarop vestigde. Het opvangen van deze mensen moet een vraagstuk zijn van de hele Europese Unie. Net als het nadenken over structurele oplossingen voor de problemen die aan deze migratie ten grondslag liggen.